Tijdens het karten kun je de meeste tijd winnen door het beter nemen van de bochten, dus de ideale lijn volgen. De ideale lijn is op een droge baan anders dan op een natte baan. Het aansnijden van een bocht is erg belangrijk. Als je de ideale lijn wilt rijden, moet je je kart optimaal "zetten", dat is het in een drift brengen van de kart (zie verder het onderdeel "remmen"). Zorg dat je tijdens de bocht je gewicht tegen de bocht in zet. Op deze manier zorg je ervoor dat de bandjes aan de buitenkant van de bocht meer druk hebben. Hierdoor kan je harder door de bocht karten omdat je meer grip hebt. Op sommige kartbanen kan deze techniek je echt een aantal tienden van een seconde opleveren.
Ook het uitaccelereren van een bocht is belangrijk, hoe eerder je op het gas kan, des te beter. Maar als je het te vroeg doet heb je een grote kans dat je spint. Je kunt dus voelen aan een kart wanneer hij de "apex" (midden van een bocht) door is. Anders spin je of moet je bijsturen, en dat kost een hoop tijd. Dus je hebt veel concentratievermogen nodig. Om de ideale lijn te volgen moet je meestal de bocht ruim nemen, moet je naar de binnenkant sturen en moet je er ruim uitkomen. Dit allemaal om zo weinig mogelijk te sturen en te remmen, waardoor je weer meer snelheid hebt op het rechte stuk na de bocht.